De mens is een zoogdier. (O ja, interessant, vertel, vertel!!) En er zijn zeven miljard mensen . Zeven miljard mensen op een kleine kwetsbare planeet. Zeven miljard mensen die ruimte opeisen, zich moeten voeden en zich willen voortplanten. Ik vind zeven miljard heel erg veel. Maar alles is relatief. Voor evenveel geld kun je blijkbaar zeggen dat een wereldbevolking van zeven miljard mensen helemaal niet veel is en dat er nog zeker eens zo veel bij kunnen. Voor beide beweringen zullen ongetwijfeld steekhoudende argumenten zijn aan te dragen. En welke argumenten worden gekozen is geheel afhankelijk van genetische aanleg, opvoeding en invloed van de directe omgeving van de beoordelaar in kwestie. Ik ga dus maar gewoon uit van mijn eigen argumenten. Steekhoudend of niet.
– De aarde raakt steeds dichter bevolkt door relatief veel ruimte innemende mensen.
In Nederland leven we met gemiddeld 485 mensen op één vierkante kilometer. Nederland is een van de dichtstbevolkte lander ter wereld. Gevolg van zo veel mensen op een heel klein stukje grond is, dat we dagelijks te maken hebben met overschrijding van ons super individuele territorium door andere mensen. Dat super individuele territorium definieer ik als de ruimte die binnen de radius van een gemiddelde armlengte ligt. Steeds wanneer anderen die ruimte binnen dringen gaan onze vecht-vlucht-alarmbellen rinkelen. Dat veroorzaakt onbewust een enorme hoeveelheid stress. En stress is niet bevorderlijk voor het soepel verlopen van alledaagse menselijke contacten. In Nederland is sprake van de overtreffende trap van het cliché dat te veel ratten in een klein hok elkaar in de staart gaan bijten. Eén van de grote problemen, misschien wel het grootste probleem, waar Nederland in toenemende mate mee geconfronteerd wordt is zijn bizarre overbevolking. Wij weten natuurlijk niet beter, maar de gevolgen zijn enorm en kunnen in de toekomst zelfs desastreus uitpakken.
– Een ander gevaar is de kwetsbaarheid van de Nederlandse samenleving als het gaat om energievoorziening. Bijna alles in onze samenleving is afhankelijk van de toevoer van elektriciteit, van de aanwezigheid van olie, steenkool en gas. Deze natuurlijke hulpbronnen kunnen uitgeput raken. De energievoorziening in Nederland wordt, zoals in heel Europa, centraal geregeld. Uitval van die energievoorziening betekent vrijwel direct een gigantische ramp. Bovendien betekent het absurd hoge energieverbruik per Nederlander een bijna onmogelijke belasting van leefomgeving; een belasting die uiteindelijk onafwendbaar zal leiden tot een onleefbare situatie. Het klimaat verandert en onze westerse samenleving is gedoemd om ten onder te gaan. Dat kan op korte termijn al gebeuren, maar ook op de relatief lange termijn ( 100/200 jaar).
– De meest verontrustende bedreiging is de vervreemding van de mens ten opzichte van basale primaire productieprocessen zoals voedselproductie, energieproductie, productie van elementaire gebruiksvoorwerpen etc. Door verregaande arbeidsverdeling, specialisatie, automatisering en standaardisering is de mens wel heel erg ver af komen te staan van de productie van alle goederen die zijn primaire behoeften moeten bevredigen. Het gehele productiegebeuren is enorm grootschalig geworden en daardoor heel erg ver van de persoonlijke levenssfeer van de mens af komen te staan. De gemiddelde (westerse) mens heeft de vaardigheden verloren om zelfvoorzienend te zijn. En dat zou misschien helemaal niet zo erg hoeven zijn, ware het niet dat hij daarmede, onbewust, ook heel veel van zijn eigenwaarde en van zijn zingeving heeft verloren. De contemporaine samenleving brengt de mens wel steeds meer welvaart, maar zeker niet meer welzijn. De historisch gegroeide economische en sociale mechanismen die verantwoordelijk zijn voor de huidige vorm en de inhoud van onze westerse samenleving leiden onherroepelijk tot vervreemding en diffuse onvrede dewelke zich vooral in de publieke ruimte manifesteert.
– Een ander gevaar schuilt in de dwangmatige overtuiging dat onze totale productie en consumptie elk jaar weer moet groeien. Het is de belangrijkste mantra van de hogepriesters van het bedrijfsleven en wordt braaf nagepapegaaid door de verantwoordelijke politici. Deze pathologische dwanggedachte is mede verantwoordelijk voor heel veel ellende in de vorm van steeds toenemende stress, een veel te grote belasting van het milieu en het ontbreken van de wil om naar alternatieve samenlevingsvormen te zoeken voor de verre toekomst.
– De opvoeding en het onderwijs, de scholen en de universiteiten geraken steeds meer in de ban van de economie. Alle opvoedings en onderwijsdoelen moeten herleidbaar zijn tot economische factoren. Hierdoor zal onze samenleving steeds verder economiseren. Het hele leven wordt hierdoor één grote kosten-batenanalyse. De nadruk op het belang van economische factoren verdringt het belang van andere zingevende factoren. De gewetenloze calculerende burger is geboren en hij verplettert met zijn economische geweld heel veel zaken die van waarde zijn.
Tot zover de sterk limitatieve opsomming van factoren waarvan ik denk dat zij onze samenleving op het gebied van geluk, harmonie en duurzaamheid nadelig beïnvloeden. Ik heb begrepen dat veel sociaalpsychologische onderzoeken aantonen dat de meeste inwoners van Nederland best tevreden zijn met zichzelf en hun directe leefomstandigheden, maar dat zij heel veel klachten hebben over de wat verder van hen af staande medemens en over de gang van zaken in onze publieke ruimte. Ook de overheid krijgt van hen onder uit de zak.
Kortom: Ik ben okay. Jij bent niet okay. Ik ben goed en jij deugt niet. Ik denk dat de uitkomst van zulke onderzoeken typerend zijn voor een decadente en a-vitale welvaartsmaatschappij. Zolang het goed met mij is alles prima en dat het niet goed gaat met anderen interesseert me eigenlijk geen rooie rotmoer en heeft nagenoeg geen invloed op hoe ik mijn persoonlijke leven ervaar. Ik ga me pas minder gelukkig voelen als ik ellende zelf aan den lijve ondervind. Eén ding weet ik bijna zeker, namelijk dat iedere ingezetene van Nederland in de nabije toekomst de uiterst nadelige gevolgen van het huidige onverantwoordelijke en kortzichtige korte-termijndenken en handelen zal gaan ondervinden.
Wat kunnen we verbeteren? Hieronder volgen de punten die in dat opzicht van belang zijn:
– Het aantal inwoners van Nederland moet op termijn drastisch minder worden.
Daartoe is een bepaald demografisch beleid noodzakelijk.
1. Het krijgen van kinderen dient ontmoedigd te worden.
2. Emigratie dient bevorderd te worden.
3. Immigratie dient beperkt te worden.
Dit kan in deze bereikt worden door het gewenste gedrag te belonen en het ongewenste gedrag te sanctioneren op geleide van de juiste politieke maatregelen.
– Energieopwekking dient duurzaam en super kleinschalig te geschieden. In principe dient elk huishouden zijn eigen energie op te wekken met behulp van duurzame energiebronnen zoals de wind en de zon.
– De economische structuur moet zeer kleinschalig zijn. Gestreefd dient te worden naar zeer kleine zelfvoorzienende economische gemeenschappen van max. 200 personen die bestuurd worden op basis van de regels der directe democratie. Mensen moeten veel meer dan nu het geval is rechtstreeks betrokken worden bij de productie van hun eigen primaire levensbehoeften. Zij moeten als regel in hun eigen voedselvoorziening kunnen en willen voorzien en zij moeten willen zorg dragen voor de vervaardiging van de meest elementaire gebruiksvoorwerpen. Alles wat niet op deze wijze geproduceerd kan worden moet meer centraal worden vervaardigd en van daaruit worden gedistribueerd. De huidige steden dienen langzamerhand te verdwijnen. Het kan niet anders dan dat bij deze transitie optimaal gebruik gemaakt gaat worden van de verworvenheden van wetenschap en techniek. Communicatie en vervoer dient verder geoptimaliseerd te worden. Zoveel mogelijk ondergronds openbaar vervoer en het uitbreiden en vervolmaken van de mogelijkheden die het internet en alle sociale media nu al bieden.
– De economie moet niet langer als doel van de samenleving gezien worden. Doel van de samenleving dient de creatieve ontplooiing van de mens te zijn. Economische factoren zijn in deze dus slechts voorwaardenscheppend. De belangrijkste doelen van de samenleving liggen derhalve op het terrein van de kunst in zijn algemeenheid, op sport en spel en op het verwerven van steeds meer kennis inzake de menselijke hoedanigheid.
– Ontkoppeling van opvoeding/onderwijs en de economie. Ook hier andere prioriteiten. Prioriteiten die liggen op het terrein van kunst, wetenschap en geestelijke verdieping.
– Voorwaarde is dat een dergelijke transitie zonder regels of dwang van bovenaf tot stand komt en louter en alleen vorm gaat krijgen op grond van verinnerlijkt voortschrijdend inzicht.
Hoe noemen we nou zo’n verhaal als hierboven geschreven? Inderdaad, een dikke vette utopie. Een zweverig luchtkasteel van een geitenwollensokkengek. De meer rechtse mens spreekt in voorkomende gevallen over luchtfietserij, zweven en niet realistische doelen.
Ik ben cynisch genoeg om dat, zij het tandenknarsend, te onderschrijven. Ook ikzelf heb helaas veel te weinig vertrouwen in de goede bedoelingen van mijn medemensen om te geloven dat bovengenoemde wereld ooit werkelijkheid zal worden.
Wel vind ik het, zoals u inmiddels heeft bemerkt, bijzonder vermakelijk om na te denken hoe de wereld van mijn dromen eruit zou kunnen zien. Maar ook mijn dromen zijn bedrog.





