De tijdstilzetter ligt zwaar in mijn hand. Er zit een grote toeter op. Een teletoeter. Daarmee kan ik de werkelijkheid dichterbij halen en vervolgens in de tijd fixeren. Ik heb ook een wonderdoos. Een wonderdoos die de door mij gestolde tijd op zijn beurt weer opslaat. Hij loopt op stroom, bromt tevreden en laat mij ook wat van de wereld zien. Een rare wereld waar ik eigenlijk helemaal niet op zit te wachten. Het is namelijk de wereld van al die opgewonden en eigenaardige anderen. Het voelt helemaal niet als mijn wereld. Want ik ben namelijk een zachtmoedig en sentimenteel mens. En de wereld die de wonderdoos mij toont is juist het tegenovergestelde. Die wereld is ambitieus, eenkennig, opschepperig, megalomaan. Met mijn tijdstilzetter vang ik mijn momenten van ontroering, pracht of lelijkheid. Ik wil uiteraard liever geen mensen vangen met mijn tijdstilzetter. Mensen versnellen de tijd. Mensen verstoren het beeld. Met mensen sluipt ook wreedheid en grootheidswaanzin naar binnen. Moord en doodslag. Bedrog en leugens. Dat wil ik niet. Ik wil mijn tijdsmomenten langzaam en schoon houden. En goddank definieer ik in mijn wereld zelf wat schoonheid en tijd is. Zo luiden de ijzersterke wetten van mijn causaliteit. Het kan nu eenmaal niet anders, hoe onsympathiek het op u ook over moge komen. Onontkoombaar dus maar toch wel leuk, niet waar !

Is het omdat de werkelijkheid variabel is dat er geen gelijkheid mogelijk is ?