Categorie archief: Uncategorized

“The Girl on the Train” van Paula Hawkins. Dat kan beter!

Ik hoop dat de film beter is dan het boek.

Ik hoop dat de film beter is dan het boek.

Wat ben ik blij dat ik dit boek uit heb!! Het komt niet vaak voor dat ik een echt slecht boek lees. Nou ja, misschien dan met uitzondering van dat rare boek van Terry Hayes (“Ik ben Pelgrim”). Ik dacht dat het echt niet slechter kon. Maar dan komt Paula Hawkins op de proppen met haar thriller.

Het boek, ik heb het in de Engelse taal gelezen, is een kwelling. Het Engels is een soort jip-en-janneke-Engels en de hoofdpersonages zijn bijna stuk voor stuk volstrekt gestoorde geesten. Nou kan dit heel goed komen omdat ik meestal non-fictie lees in de Engelse taal (filosofie, geschiedenis en natuurkunde) waardoor ik een zekere moeilijkheidsgraad wel gewend ben. Maar het simpele en kinderlijke Engels van Paula Hawkins slaat, zelfs objectief gezien, werkelijk alles. De vertalers hebben hun geld makkelijk verdiend, want ik heb begrepen dat het inmiddels ook is verschenen in de Nederlandse taal.

Het is een krankzinnig boek. Met een onwaarschijnlijke, bizarre plot. Het boek is dus slecht geschreven. De hoofdpersonages zijn in hun gestoordheid volstrekt inwisselbaar. Ze praten allemaal op dezelfde vlakke manier. Er is geen enkele diepgang in het verhaal te bespeuren.

De hoofdpersonages handelen allemaal even slecht of even goed, zo u wilt, en de kwestie van moraliteit speelt geen enkele rol in dit boek. Ja, misschien de moraliteit van de gemiddelde boerenlul, maar in feite kun je dat bijna geen moraliteit noemen. Wat dat betreft kun je net zo goed naar de eerste de beste realitysoap kijken. Totaal niet boeiend!!

Het verhaal zit niet logisch in elkaar. Toevalligheden en stoplappen ontsieren het bizarre verhaal steeds meer en meer. Ik denk dat dit boek aangeduid dient te worden met de kwalificatie ‘stuiversroman’ . Van dit soort boeken zijn er al vele miljoenen geschreven en zullen er in de toekomst nog vele miljoenen meer worden geschreven.

Spannend is het boek ook niet, want ik had na een paar bladzijden al in de gaten wie het had gedaan. In het boek is geen kantelpunt te ontdekken. Ik weet niet wie Paula Hawkins is, maar het lijkt mij een nog net niet middelbare vrouw met een morbide fantasie en een godsgruwelijke hekel aan mannen. Maar afijn, dat doet er eigenlijk helemaal niet toe. “The Girl on the Train” zie ik gewoon als een bar slecht geschreven, modieus en gemaniëreerd boek. En het zou me niets verbazen als het door de meeste lezers zal worden beschreven als een prachtige, van spanning zinderende, literaire thriller. Ja, mensen, zeg dat wel, smaken kunnen verschillen.

Het boek raakt mij namelijk totaal niet. Ondanks dat, heb ik dit wangedrocht met veel pijn en moeite uitgelezen, omdat ik nou eenmaal de krankzinnige gewoonte heb om elk boek waar ik aan begin, hoe slecht ook, gewoon uit te lezen. Mijn mening is dat niet elk boek dat wordt geschreven ook maar meteen uitgegeven moet worden. Het literaire landschap wordt al genoeg vervuild. Hou het klein en dicht bij jezelf. Val andere mensen er niet mee lastig. En een klein beetje zelfkritiek bij het schrijfproces doet dan soms al wonderen.

Ik vind dat we hier te maken hebben met een totaal ongeloofwaardig misbaksel, zonder welke boodschap dan ook ( dat vind ik overigens niet erg en eigenlijk best wel aangenaam).

Stilistisch en qua taalgebruik is deze roman echt waardeloos. Je leest het boek en na een uur ben je alles (goddank) al weer vergeten. Zo’n soort boek vind ik het eigenlijk.

NB. Inmiddels heb ik begrepen dat het boek overal juichend is ontvangen, hetgeen wederom de constatering bevestigd dat de wereld en ik steeds verder uit elkaar groeien. Ik vind dat helemaal niet erg.

1 reactie

Opgeslagen onder Uncategorized

Voor ‘opvoeden’ is (helaas) geen diploma nodig.

50 kleuren groen. Dit is wat men tegenwoordig een saaie foto noemt.

50 kleuren groen. Dit is wat men tegenwoordig een saaie foto noemt.

 

 

Over opvoeding valt kennelijk heel wat te zeggen. Men vliegt elkaar bij voortduring in de haren en men weet het natuurlijk altijd beter. De een wil streng zijn. De ander wil anti-autoritair zijn. En dan met alles wat er zoal tussen ligt.

Inmiddels weet ik mij omringd door twee dochters en vier kleinkinderen. De twee dochters mocht ik begeleiden naar volwassenheid. Van de vier kleinkinderen geniet ik momenteel met volle teugen en zo nu en dan ben ik zijdelings betrokken bij hun opvoeding.

Bij de opvoeding van de dochters zijn wij uitgegaan van een liefdevolle en volstrekt onbaatzuchtige grondhouding. Dat klinkt rationeel maar ging eigenlijk, net als bij de meeste ouders, vanzelf. Wij, mijn echtgenote en ik, beseften al snel dat de voorbeeldfunctie in de opvoeding een cruciale rol speelt. Praatjes vullen nou eenmaal geen gaatjes. Kinderen kijken naar wat ouders doen, hoe ze zich tot elkaar verhouden en hoe ze handelen en denken in het leven van alledag.

Kernwaarden binnen een opvoeding zijn mijns inziens, liefde, heel veel liefde, empathie, zelfdiscipline, doorzettingsvermogen, empathie en een aanzet tot milde ascese. Maar met liefde heb je eigenlijk al alles beschreven. Het is een onmisbaar begrip bij de begeleiding van het kind naar noodzakelijke zelfreflectie, naar humor, verantwoordelijk gedrag t.a.v. de medemens, creativiteit en de milde ambitie om cognitieve en emotionele vaardigheden te ontwikkelen waarmede je later, in je volwassen leven, de scherpste kantjes van het ‘lijden’ kunt afslijpen. Liefde dient te allen tijde te prevaleren boven aanwending van brute liefdeloze macht.

Je hoeft geen vriendjes te worden met je kinderen. Natuurlijk niet! Maar als bijproduct van de opvoeding is het mooi meegenomen. De taak als ouder behelst mijns inziens veel meer dan vriendschap. De taak als ouder dient voor 100% te zijn gebaseerd op liefde en onbaatzuchtigheid. Ouders dienen hun kind een veilige, uitdagende (mijn hemel, wat vind ik dat toch een afschuwelijk managers-woord!) en een liefdevolle omgeving te bieden. De weg naar volwassenheid gaat gepaard met het overwinnen van dat vervelende, eisende en maar doordrammende super ego met als doel te komen tot een eigenstandige, verantwoordelijke, liefdevolle en empatische persoonlijkheid. Het kind dient op geleide van het leven van alledag en met behulp van de rolmodellen van de ouders uit te groeien tot een persoon met een solide ethische basis, met een grondig geïnternaliseerd pakket aan waarden en normen. Een pakket waarvan liefde en verantwoordelijkheidsgevoel altijd de basis dienen te zijn.

De actuele discussie over de gewenste grondslagen voor de opvoeding doet mij huiveren. Er zijn mensen die, mijns inziens geheel ten onrechte, in de opvoeding eenzijdig de nadruk leggen op ambitie, competitie, op het leven als voortdurende strijd met de concurrentie hetgeen al snel leidt tot kritiekloze zelfverheerlijking en moeilijk te onderdrukken superioriteitsgevoelens. Het abominabele resultaat van dergelijke opvoedingen zien ik helaas elke dag om mij heen! Ook zijn er mensen die het schadelijke, destructieve en vaak religieus geïnstigeerde conformisme van de schaamtecultuur willen laten prevaleren boven het primaat van liefde. Zo’n weg leidt naar onthechting, wreedheid en vervreemding. Zo’n weg moeten wij niet willen gaan. Het is uiteraard veel moeilijker om steeds in zinvolle en redelijke discussie te blijven met je kinderen, veel moeilijker dan op basis van macht en repressie je eigen leven te vergemakkelijken ten koste van het latere welzijn van je kinderen. Maar mijn advies is om toch maar die moeilijke weg te gaan.

3 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

Mark Rutte, een godsgeschenk!!!

Het VVD-congres danst!

Het VVD-congres danst!

 

En daar stapte hij parmantig over het toneel heen en weer. De lieveling van het Nederlandse volk. De goedlachse, aimabele minister-president met voor iedereen een opbeurend woord of een vrolijke kwinkslag. Maar er waren natuurlijk ook best wel ergernis gevende dingen. Die moeten ook benoemd worden.

Luister nou eens even, zei hij, ga nou niet meteen naar het UWV om om een uitkering te schooien, maar ga alsjeblieft linea recta naar uw arbeidsbemiddelaar of voor mijn part naar die gezellige, snelle jonge mensen van Randstad om meteen weer zo’n fijne job (job = een ander modieus en trendy woord voor werk) te bemachtigen. Hij wist dat sommige onrendabelen het telefoonnummer van het UWV al bij de hand hadden. Voor als er wat gebeurde, dan konden ze meteen gaan bellen. Is dat niet walgelijk?? Het geld komt later wel. Eerst de job natuurlijk en dan pas het geld. Bovendien, zei hij, is het uitkeringsgeld van het UWV afkomstig van alle keihard werkende mensen in Nederland. Denkt u dat die het fijn vinden om meteen voor u te gaan betalen als u werkloos bent geworden. Kom nou!, natuurlijk niet. Weet u wat die keihard werkende Nederlander wil zien, die wil gewoon zien dat u als de gesmeerde bliksem naar uw arbeidsbemiddelaar loopt om om een leuke job te smeken. Niks ‘tussen twee banen in’, dat willen wij, de vlotte jongens en meiden van de VVD, niet horen. Wij willen daadkracht zien. Wij willen uitgedaagde mensen zien. Van die leuke, consumptie-bereide, kritiekloze, vrolijke mensen, die uit eigener beweging in plaats van 8 uur per dag wel 14 uur per dag willen werken voor het zelfde geld. Dat is pas commitment, dat is pas spekkie naar ons hebzuchtige bekkie.

En nu we toch zo lekker bezig zijn, wat dacht u van mensen die steeds maar weer zeuren over het feit dat ze nog 10 jaar moeten werken tot hun pensioenering. Wat dacht je van zulke misselijk makende uitvreters? Daar wordt je toch niet goed van. Beseffen die mensen wel welk een energie trekkende werking zij hebben op al die keihard werkende Nederlanders. Gadverdamme, ik word er helemaal niet goed van.

Het VVD-publiek klapte zijn handen bijkans kapot. “Dat is hem, dat is onze man. Welk een kracht straalt hij uit! Welk een ondernemingsdrift!! En nogmaals klaterde het geestdriftige applaus op tegen het gebinte van de feestzaal.

En dan nu,….. polonaise!!, schalde de licht hysterische, en door de microfoon overstuurde, stem van de minister-president over de goed gekapte hoofden van de economische elite.

En als één man rezen de aanwezigen uit hun zetels, vatten elkaar bij de schouders en schuifelden in optocht door de zaal. Het bleef nog lang onrustig in en om het gebouw. De gealarmeerde politie hoefde gelukkig niet in actie te komen.

2 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

Mijn toevallige ontmoeting met een onvervalste misantroop: “ Waarom voel ik me nooit op mijn gemak in de buurt van mijn medemensen? ”

totale

De mensenhater wordt door de wereld bestolen.

Eigenlijk nog niet eens zo lang geleden kwam ik op een van mijn vele zwerftochten langs bos en heide een wat oudere man tegen. We geraakten met elkaar aan de praat, hetgeen eigenlijk best wel bijzonder was gezien het hierna volgende. Van het een kwam het ander en zo kon ik deze arme en getormenteerde ziel verleiden tot een verbazingwekkende bekentenis. Hieronder staat geschreven, in de vorm van een door mij geredigeerd verhaal, wat hij me zoal toevertrouwde daar op dat rustieke bankje op de heide met dat adembenemende uitzicht over bijna de ganse Veluwe:

Hoe komt het toch dat ik me altijd zo ongemakkelijk voel in het gezelschap van andere mensen? Als ik er goed over nadenk, zonder mijzelf daarbij te sparen, dus door heel eerlijk te zijn, dan zijn er, denk ik, twee factoren die mijn extreme ongemak veroorzaken. De eerste factor is angst. Angst voor andere mensen. Ik heb namelijk in mijn achterliggende leven kunnen constateren hoe wreed, liefdeloos en keihard andere mensen kunnen zijn. Er zijn zelfs medemensen die er bijzonder veel genoegen in scheppen, er een eer in stellen, om keihard, wreed en liefdeloos te zijn. Dat heeft te maken met hun drang naar macht. Kent u Nietzsche?? Kent u Ayn Rand??? En kent u mensen die dwepen met die personen? Ik bedoel maar! Sterk is goed en zwak is slecht.

Die andere mensen waar ik zo bang voor ben, mijn medemensen dus, zijn bijna altijd verzot op persoonlijke macht. Op keiharde, niets ontziende macht. Hoedt u voor deze machtswellustige mensen, zou ik willen zeggen. Zij willen u diskwalificeren, zij willen u reduceren tot een gebruiksvoorwerp, tot een middel waarmede zij hun materialistische, hedonistische doel denken te bereiken. Even samengevat. In mijn ziel huist dus angst voor alle medemensen die niet het goede met mij voor hebben. En dat zijn er nogal wat!! Al die medemensen die over mij oordelen, macht over mij uitoefenen en zich superieur achten t.a.v. mijn persoon. Nu zult u denken wat een vreselijk leven moet die man wel niet hebben gehad om zo somber te denken. Maar niets is minder waar. Mijn leven kenmerkt zich namelijk door buitenproportioneel veel geluk, door een goede gezondheid, door meer dan gemiddelde creativiteit en door volstrekte afwezigheid van allerlei akelige ‘life-events’. ‘Een leien dakje’ mag ik wel zeggen. Elke dag weer maak ik muziek, schrijf ik de sterren van de hemel en dwaal ik intermitterend door die prachtige natuur. Het enige dat mij enorm dwars zit is dus de ergerlijke aanwezigheid van mijn medemens.

Okay, en dan is er nog iets. Door mijn genetische aanleg, mijn opvoeding, maar ook door de invloed van mijn directe leefomgeving heb ik me helaas ontwikkeld tot een medemens met een licht narcistische karakterstructuur. En we weten allemaal dat dit soort mensen zich zeer snel gekwetst voelt. Mijn persoonlijkheidsstructuur speelt derhalve en ontegenzeggelijk ook een belangrijke rol. Hier hebben we dus nog een factor. Er zijn dus geen twee maar zelfs drie factoren. Sodeju!!!

En dan die derde factor dus, dat is namelijk mijn milde minderwaardigheidscomplex. Ik voel mij tegenover zoveel tentoongespreide wreedheid, machtswellust en slechtheid, altijd in het niet vallen bij mijn ambitieuze en competitief ingestelde medemens. Het maakt dat ik mij vaak volstrekt machteloos voel. Ik mis nou eenmaal die, voor het volle leven noodzakelijke, perverse en kille persoonlijkheidskern om keihard en wreed door te pakken teneinde mijn medemens te kunnen vernederen. Het gaat hier natuurlijk om de “ultieme culturele, sociale en economische onderwerping/vernedering van de zwakkere medemens”, het perfide en anti-sociale mechanisme bij uitstek,  dat altijd weer moet strekken tot meerdere glorie van de ambitieuze, competitieve en borstkloppende geweldenaar. Het maakt onlosmakelijk deel uit van de algehele pathetische worsteling van deze uiterst onsympathieke ‘Übermensch’ en wordt a.h.w. ‘getriggerd’ door de vermeende ‘heroïsche’ uitdagingen waarvoor hij zich in dit leven steeds weer meent te zien gesteld. Ik mis dus doodeenvoudig het instrumentarium dat tegenwoordig, in deze fijne neoliberale ambiance, nodig is om mijn medemens te kunnen kleineren en totaal kapot te kunnen maken. En dat is dus eigenlijk een gemis, een ernstige karakterfout, volgens de medemensen van de buitenwereld. Zonder wreedheid en hardheid kun je geen partij zijn op het slagveld van marktgerichte legers.

Drie factoren dus, drie oorzaken: angst, een virulent minderwaardigheidscomplex en een licht narcistische persoonlijkheid. Maar er wringt iets. Ik probeer wel eerlijk te zijn, maar ik vergeet iets. Ik moet wel echt eerlijk zijn!!! Er is van mijn kant net zo goed sprake van latente agressie naar mijn afgestompte en dolgedraaide medemensen. “Afgestompt en Dolgedraaid” zijn mijn woorden. Ja, godverdomme, dat zijn helemaal mijn eigen woorden, mag het alsjeblieft? Maar waarom toch altijd weer die agressie? Welaan, die agressie is voor mij functioneel omdat ik mij niet laat piepelen door allerlei klootzakken die zich mijn medemensen noemen maar die in feite niets anders zijn dan de spreekwoordelijke wolven in schaapskleren. Het zou me niets verbazen als ik ze zou kunnen missen als kiespijn. Ze vergallen voortdurend mijn leven en ze zijn in mijn ogen geen knip voor de neus waard. Zo dat is dan weer andere koek.

En…weg zijn opeens alle drie factoren. Terug is mijn gebruikelijke onsympathieke arrogantie. Ik weet zeker dat ik gelijk heb. Mijn medemensen zijn in feite niet te pruimen, niet te vertrouwen. Mijn medemensen zijn geraffineerde consumptieverslaafde zombies die, louter en alleen al door er te zijn, mijn leven verpesten. Rot toch op, laat me met rust, val me niet lastig met je leugens en je geheime agenda’s. Heel gauw wegwezen dus!!!!! Toedeledoki!!

En dan nu het grote misverstand. Ik heb het dus wel voortdurend over mijn vreemde wrede medemens, maar die medemens bestaat voor mij eigenlijk helemaal niet. Er is soms, misschien, heel in de verte, sprake van een storende factor die je medemens zou kunnen noemen. Maar de importantie die ik toeschrijf aan mijn medemens is in feite een illusie. De betekenis die ik toeschrijf aan mijn medemens bestaat helemaal niet. De medemens is voor mij volstrekt irrelevant. De medemens is voor mij net zoveel als een lastige mug. En andersom ben ik voor mijn medemens uiteraard ook totaal irrelevant. Wij raken elkaar bijna nergens. Wij dichten elkaar een belang toe dat er niet is.

Ik kan natuurlijk alleen voor mezelf spreken. En dat doe ik graag! Ik besta, dat is zeker. En het feit dat ik besta vind ik fijn. Ik geniet van het leven. Ik hou van de natuur. Ik maak graag muziek. Ik schrijf. Etc.etc.!!! Alles wat met creativiteit te maken heeft, mag zich verheugen in mijn belangstelling. Mijn medemens echter heeft daarin totaal geen plaats. Voor mij is hij/zij bijna altijd een storende factor (een lastige mug) aan de zijlijn. Ik heb een uitgesproken afkeer van de leugenachtige, bemoeizuchtige medemens en daar komt ook nog eens bij dat ik totaal niet in hem geïnteresseerd ben. Ik ben goddank niet bekend of beroemd, er valt niets aan mij te verdienen. Het loont de moeite niet om mij te bedriegen of te bestelen. Ik beschouw mijn medemens voornamelijk als een onsympathieke stoorzender. De gemiddelde medemens is bot, anti-intellectueel, oppervlakkig, gierig en laf.

Maar het vervelende is dat ik voor mijn dagelijkse behoeften toch niet zonder die gemiddelde medemens kan. En dat ergert me bovenmate. Eigenlijk meer dan ik kan zeggen. Deze malicieuze en perfide medemens is dan ook nog eens, vaak tot vervelens toe, het mistroostige onderwerp van mijn abstracte creatieve activiteiten.

In levende lijve, echter, als hij te dichtbij komt, groeit deze, sowieso al satanische medemens met zijn listig verborgen, rottende last van inherente wreedheid, koude ongeïnteresseerdheid en agressieve gewelddadigheid, uit tot een immens angstaanjagende bedreiging . Ik blijf derhalve liever zoveel mogelijk bij hem uit de buurt. En dat is niet makkelijk in een land met een buitenproportionele bevolkingsdichtheid van 500 mensen per vierkante kilometer.

En al die factoren vormen een grote factor. En die factor ben ikzelf met alles erop en eraan. Geen fraai gezicht. Een arrogante kluizenaar-achtige levensgenieter met een sterke afkeer van zijn medemensen. Eigenlijk kan het niet gekker.

Dus wat dat betreft ben ik een rare. Ik ben pas gelukkig als ik zo min mogelijk in aanraking kom met mijn medemens. Dat ben ik normaal gaan vinden.

Maar u, zo bemerk ik, vindt mijn afhoudende, onsympathieke en misogyne stellingname kennelijk behoorlijk bizar en weltfremd. Enfin, even goede vrienden. Het was mij, ondanks alles, een waar genoegen, een luisterend oor te hebben gevonden voor al mijn frustraties en rancune. Ik wens u verder nog een fijne dag toe.”

Aldus het mistroostige verhaal van die wonderlijke, veel rust uitstralende, kompaan.

Nog lang bleef ik nadenken over wat deze, eigenlijk best aardige en vriendelijke man mij vertelde. Sommige dingen herkende ik zelf ook wel. In andere door hem genoemde zaken kon ik mij niet echt inleven. De vervreemding die uit de inhoud van zijn woorden bleek, sprak mij wel aan. Maar het gebrek aan liefde deed mij toch huiveren. Bovendien vond ik dat de oude man zichzelf een importantie toedichtte die mijns inziens niet overeenkwam met de werkelijkheid. De man ging uit van de wenselijkheid dat zijn medemensen hem in feite zouden moeten waarderen vanwege de ware aard van zijn natuur, om de authentieke hoedanigheid van zijn persoon. Dat is een levensgroot misverstand. Meestentijds is de gemiddelde medemens slechts dan meer dan gemiddeld geïnteresseerd in een medemens als hij/zij er materieel of immaterieel beter van kan worden. En zeker niet om reden van een diep gevoelde, onbaatzuchtige en liefdevolle belangstelling voor de werkelijke hoedanigheid van deze misantroop. Overigens iets dat hij door zijn norse afwijzende attitude ook volstrekt niet opriep. De meeste mensen (vooral mensen met een narcistische inslag) zijn nu eenmaal geneigd om de waarde die zij voor andere mensen menen te hebben chronisch te overschatten. Dat heb ik de misantroop ook verteld. “Het zal wel”, antwoordde hij.

Ik zelf denk dat de waarheid inzake in het midden ligt. Er zullen altijd mensen zijn waarvoor je op je hoede zult moeten zijn. Maar er zijn, volgens mijn eigen ervaring, nog veel meer mensen die altijd proberen om vanuit een liefdevolle grondhouding hun naasten te benaderen. Desondanks was het voor mij een bijzondere en wonderlijke ontmoeting dewelke mij weer iets dichter bij de ontsluiering van de werkelijkheid en het mysterie genaamd “Mens“ heeft gebracht.

7 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

‘Suttree’ van Cormack McCarthy. Wat ik er van dacht.

Afbeelding bij

Afbeelding bij “The Border Trilogy”. Recensie volgt nog.

Waarschijnlijk ben ik de zoveelste lezer die zijn gedachten op papier wil zetten na het literair consumeren van het meesterwerk (zijn ‘Opus Magnus’) ‘Suttree’ van Cormack McCarthy. ‘Ontvlucht hen’ zo eindigt het boek. Dat probeer ik overigens mijn hele leven al, maar het lukt me nog niet echt goed. Ze blijven binnendringen, opdringen, gewoon dringen en verdringen. Ik kan geen kant op. Maar het papier is geduldig. Zo moet McCarthy ook gedacht hebben. Hoop ik. Het gaat over de zelfkant van Amerika. O ja, hoor ik u zuchten, dat is reuze boeiend! Ja, inderdaad, heel erg boeiend, tenminste zeker zoals McCarthy de werkelijkheid van Suttree beschrijft. Hij is volgens mij, qua literaire capaciteiten, zonder enige twijfel de evenknie van Nabokov, van Kafka en van Paul Auster. Vind ik. Ik heb in jaren niet zo’n geweldig goed boek gelezen. Maar het moet je liggen, de manier waarop McCarthy schrijft. Want dat moet er wel even bij gezegd worden!! De poëzie van zijn proza grijpt je bij de keel en voert je mee langs de onwelriekende en perverse smerigheid die de mensheid vaak ook is. Ik bedoel maar. Het stinkt, het bloedt, het rot en het schimmelt in verschillende gradaties. Verwacht niets van deze wereld. Zij verwacht ook niets van jou. Hou je gedeisd en probeer het leven te rekken. Waarom, dat wordt niet duidelijk. Maar nu je er toch bent moet je er maar het beste van maken. En dat beste is eigenlijk niet zo veel. Er is immers ook niet zoveel mogelijk. Het leven is veelal een variatie op bijna gelijkvormige thema’s. Als je zoiets niet beseft of het weigert in te zien en steeds probeert te ontsnappen, of als je van jezelf denkt dat je heel bijzonder en respect-afdwingend bent, dan blijft het werkelijke leven je steeds een stap voor. Dan kom je voortdurend net iets te laat. En zoiets frustreert. Dingen gaan nou eenmaal zoals ze gaan. En daar gaat dit boek over. Je neemt de dingen waar, je ondergaat ze, je denkt er greep op te hebben en dan ineens ligt alles weer in duigen en kun je weer helemaal opnieuw beginnen. Of er gebeurt nooit iets. Dat is natuurlijk ook goed. Maar kijk in ieder geval wel goed om je heen. Verwonder je. En wees aardig voor je medemensen. Help ze als ze in nood verkeren. En ga zo het maar verder. Je kunt je leven met tien vermenigvuldigen en nog steeds blijft het hetzelfde. Als dat zo is dan heb je het goed gedaan.

In deze stuurloze tijden is de laat-postmoderne mens geneigd om als individu op psychisch en fysiek gebied een veel te grote broek aan te trekken. Hij kan zich niet langer tevreden stellen met het berusten in zijn eigen mogelijkheden, nee, hij moet zo nodig veel verder willen springen dan zijn polsstok lang is. Hij ontpopt zich als een onbescheiden, pseudo-intellectuele blaaskaak. Hij krijgt krankzinnige solipsistische trekjes. Hij tast volledig in het duister maar doet net of hij door alle schijnwerpers ter wereld bewonderend in het zonnetje wordt gezet. In feite is dit alles te gek voor woorden. Noodlot, berusting, harmonie, orde en regelmaat, zomaar een paar begrippen die nauw samenhangen met zelfbeheersing, gezonde ascese en doorzettingsvermogen, zijn volgens die uiterst onsympathieke bortskloppende mens volstrekt achterhaalde, ouderwetse en saaie noties. Aan dit soort mensen is dit boek niet besteed. Zij kunnen zich beter beperken tot de moderne hipster-lectuur en genieten van de oppervlakkige schijntroost die de moderne technische, vooral digitale, vooruitgang aan hen lijkt te bieden. Het roesmiddel van ‘brood en spelen’ is aan deze mentaal simplistische, commercieel transparante en extreem stoffelijk georiënteerde clique goed besteed. Zij betonen zich dankbaar en belonen hun economische meesters met eeuwigdurende loyaliteit. McCarthy gaat aan deze ergerlijke pluimstrijkerij en kritiekloze, kruiperige dankbaarheid achteloos voorbij. Hij leeft in een andere wereld. Voor hem bestaat dat soort flauwekul eigenlijk niet. McCarthy schildert met woorden. Dwaalt af. Komt weer terug. Berust. Maar vecht ook wel. Neemt het leven voor wat het is en koestert geen overdreven verwachtingen m.b.t. menselijke mogelijkheden. Hij reduceert de mens tot zijn werkelijke afmetingen. Een hulpeloos organisme in een vijandig en koud universum. Bijna Sartre-achtig!

Na dit prachtige boek wil ik even geen fictie meer lezen. Ik ga me nu weer toeleggen op de geschiedenis van de filosofie. Vooral het gedachtegoed van Spinoza verdient nadere beschouwing. En het goed doorwrochte werk van meneer Immanuel Kant moet ook de nodige aandacht krijgen. Genoeg te doen dus.

2 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

Onze tuin.

Allemachtig, ik ben zowat gebroken, maar het is klaar. De tuin ligt er weer knap bij. Met een bloemetje hier en daar, kruiden, struiken, stenen en wat je allemaal nog meer kunt verzinnen. Morgen wordt het mooi weer. Lekker zonnig en zo.  Dan ga ik in die prachtige tuin verder met het lezen van een boek genaamd ‘Suttree’ geschreven door mijn lievelingsschrijver Cormac McCarthy. Ik ga met volle teugen genieten. Een biertje onder handbereik en de vogelen des velds die zingen in het struweel. Ik ga eerst de bladzijden 288 t/m 296 nog eens overlezen. Wat is die McCarthy toch een woordkunstenaar. Kortom weer veel om naar uit te kijken. En volgende week het tuinmeubilair inspecteren en daar waar nodig repareren en opnieuw beitsen. DSC_2504 DSC_2508 DSC_2507

4 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized

The Facebook Song.

Ja, soms moet het gezongen worden, omdat het gesproken woord ons op een dwaalspoor brengt. De toekomst is aan de sociale media. Of dat echt leuk gaat worden is nog maar te bezien.

1 reactie

Opgeslagen onder Uncategorized

Volgende keer beter!

Carina Nebula

Carina Nebula

Toen ik nog werkte, toen ik nog veel vrijwilligerswerk deed en toen ik nog, zoals tegenwoordig veel modieuze en pretentieuze flapdrollen het zo bombastisch en omineus betitelen, midden in “Het Volle Leven” stond, werd ik somtijds onverwacht overvallen door traag voorttrekkende buien van droefenis en mistroostigheid. Ik voelde mij niet vrij en ik vond het leven op die momenten niet prettig. Er waren tijdens die perioden romantische verlangens naar een verblijf in een ongerepte natuur, naar een toestand van zelfvoorzienendheid en vooral naar een grotere afstand tussen mij en mijn medemens. Ik leed bij tijd en wijle dus aan een geheime melancholie die men ook wel “escapisme” noemt. In die soms behoorlijk benarde tijden, gedurende virulente fasen van mijn ziekte, kon ik in de crypten van mijn eigen gedachten een droomparadijs construeren waarin mijn vurige verlangens zich verleidelijk concretiseerden. Op de achtergrond speelde de gedachte mee dat ik altijd al vond dat “Het Leven” veel te “Vol” was. In ieder geval te “Vol” om mij te kunnen bekoren. Op “ongedwongen” feestjes en partijen, op verjaardagen en op die oervervelende recepties en saaie congressen kon ik mij niet aan de indruk onttrekken dat alles iedere keer weer hetzelfde was. De verpakking was wel steeds weer anders en leek, naarmate mijn leven vorderde, steeds mooier en uitbundiger te worden, maar alle inhoud was, desondanks en elke keer weer meer van hetzelfde. In dier voege, dat ik alles al een keer gehoord of gelezen had. Er was eigenlijk niets nieuws. Voor de meeste mensen om mij heen leek dat geen bezwaar te zijn. Ik echter, ging er onder gebukt. En ik kon ook niet doen alsof ik het leuk vond. Nee, ik kon niet anders dan duidelijk laten zien dat ik onder de situatie leed.

Ik heb het “Volle Leven” tot mijn pensionering derhalve met wisselend succes kunnen uitzitten en slaakte een zucht van verlichting toen ik deze tortuur achter mij kon laten. Bijna meteen begon ik als een bezetene door de natuur te zwerven, te lezen, te studeren en muziek te maken. Ik kon mijn geluk niet op. (Inmiddels ben ik cum laude afgestudeerd in de geschiedenis en de natuurkunde!!) Ik hoefde, goddank, niet meer te communiceren met allerlei machtsbeluste, egoïstische en volstrekt oninteressante mensen. Ik was vrij!!

Dit alles bedenk ik terwijl ik op een steeds smaller geitenpad in de woeste bergen van de Pyreneeën loop. Ik kan er, ook nu weer, niet genoeg van krijgen om mijn zegeningen te tellen. Fluitend en zwetend baan ik mij een weg naar boven, alwaar ik een afspraak heb. Dit behoeft enige verduidelijking. Beneden in het dal, in een klein dorp, had ik een oude geitenhoeder ontmoet die mij het “Teken” heeft gegeven. Ik besefte het toen ik het zag. Hij vertelde de mythe en ik ging meteen op weg. Nu loop ik hier en moet nog een eind klimmen voordat ik op mijn bestemming ben. Er kleeft niets religieus aan mijn beklimming maar toch zou een leek het voor een korte pelgrimstocht kunnen houden. Plots kruist een konijn mijn pad. Ik maak met mijn rechterhand een beweging en het konijn valt, zoals geschreven staat, dood neer. Langs het pad zoek ik geschikte stenen en bouw een klein altaar. Op dit altaar leg ik droog kreupelhout in de vorm van een kleine brandstapel. Ik vil het konijn, steek het brandstapeltje aan met en leg vlug het gevilde konijn erop. Het is een offer. Een offer volgens occulte en geheime voorschriften. De rook kringelt omhoog en kondigt boven op de berg mijn komst aan. Het is nog een kwestie van tien minuten en ik zal er zijn. Maar eerst zak ik op mijn knieën en spreek de heilige woorden in de dode taal. Dat is nodig om de “Verlatingh” te bewerkstelligen. De rook vormt het afgesproken wachtwoord en daarom weet ik dat het goed is. De geur van konijnenbraad vergezelt me naar de top van de heuvel alwaar ik zelfs binnen tien minuten arriveer. Verscholen onder een meer dan duizend jaar oude eik bevindt zich de enorme bloedsteen, een menhir uit lang vervlogen tijden. Inmiddels wordt de lucht vervult van donker sonoor gegons en hangt er rond de bloedsteen een oscillerende lichtgroene gloed, die doorschoten wordt door flitsen van electrische ontladingen. Het is tijd. Ik ga op de bloedsteen liggen en voel hoe een statische huiver mijn gespannen corpus doortrilt. Ik wacht op het woord. Het woord rolt donderend door het dal en de tijd wordt in beweging gezet. H.G. Wells, misschien zegt u dat iets. Dag en nacht lossen elkaar steeds sneller af. En langzaam verandert mijn omgeving in een egale grijze mist. Eerst is er nog een licht geflikker te detecteren, maar al spoedig is alles dus egaal grijs. Bewegingloos lig ik op de bloedsteen terwijl eonen heenvlieden. Continenten sluiten weer aaneen. Bergen worden door erosie vlak geslepen en het klimaat verandert voortdurend om uiteindelijk geheel te verdwijnen bij gebrek aan een dampkring. Na een korte flikkering komt de tijd bijna tot stilstand. Ik wordt mijn niet-ik gewaar.

Er is nog wel iets dat op een dampkring lijkt, maar dat wordt, ten mijne gerieve, artificieel in stand gehouden. De zon is veranderd in een nauwelijks lichtgevende witte dwerg. Het water is verdwenen en de aarde is kaalgebrand toen de zon zich opblies tot een rode reus.

De steen, onderwerp van eeuwigdurende homeostase, is er natuurlijk nog steeds en ik lig er bovenop. Ik sta vlak voor het automatische proces van dematerialisatie. Spoedig zal ik in onstoffelijke vorm het multiversum weer kunnen doorkruisen op zoek naar antwoorden. Ik zal de verdere aftakeling, het einde van het zojuist bezochte universum kunnen ervaren en er mij desondanks toch niet in bevinden.

Ik had me er veel van voorgesteld, maar achteraf valt te constateren dat dit dystopische universum een grote vergissing, ja zelfs een grote mislukking is. En langzaam verdwijnt het besef van individueel zelfbewustzijn en wordt ik geleidelijk weer opgenomen in het holistische geheel dat zich aan gene zijde van het materialistisch energeticum bevindt. Volgende keer beter.

1 reactie

Opgeslagen onder Uncategorized

Can’t you feel a change in the air? Music from our studioband “The Retrophonics”

Het is tijd voor wat muziek. Muziek van onze studioband “The Retrophonics” We zijn momenteel bezig met onze derde CD. Daar staat dit nummer ook op. Wij spelen geen covers. Alleen eigen werk.

 

1 reactie

Opgeslagen onder Uncategorized

Geef Jesse Klaver en Groenlinks een kans om de samenleving liefdevoller te maken.

Jesse Klaver, wijs en liefdevol alternatief voor zakelijk rechts.

Jesse Klaver, wijs en liefdevol alternatief voor zakelijk rechts.

Met instemming begroet ik de overtuiging van Jesse Klaver namelijk dat de overheid zich meer moet bezig houden met de zwakkeren in onze samenleving. Zwakkeren zijn bijvoorbeeld chronisch zieken, etnische minderheden, gehandicapten, hoogbejaarde mensen, laagbegaafde mensen, en vul verder maar in. Tijdens dertig jaar van strikt rendements-denken zijn de zwakkeren in de knel gekomen. De idee was dat hun geleerd moest worden hoe zij zichzelf moesten redden, en dan vooral op economisch gebied. Deze gedachte kwam niet voort niet uit een diep en eerlijk gevoeld medeleven met de zwakkeren van onze samenleving, maar uit de vaste overtuiging dat zwakheid eigenlijk toch iets is waar je uiteindelijk zelf schuld aan bent en het is natuurlijk niet fijn om te betalen voor mensen die door eigen schuld economisch of anderszins kwetsbaar zijn of zijn geworden. Het super rechtse gedachtegoed is zakelijk en keihard, veelal gebaseerd op de rare “filosofie” van mevrouw Ayn Rand die van mening is dat liefdadigheid slecht is en hebzucht een hele goede eigenschap. Juist dit super rechtse gedachtegoed heeft in Nederland (als bijna economische kolonie van de Verenigde Staten) een enorme aanhang gekregen door de perfide werking van een uiterst geraffineerde marketing, vorm gegeven door het onophoudelijke uitventen van een nihilistische, consumptieverslaving bevorderende, lifestyle. Een soort sluipende hersenspoeling die tot op de dag van vandaag doorgaat en waaraan de meeste mensen geen weerstand kunnen bieden. Jesse Klaver en Groenlinks willen deze vicieuze cirkel doorbreken door meer compassie en empathie in de samenleving terug te brengen en het radicale rendementsdenken af te zweren. Mijn steun heeft hij. Het is derhalve zaak om de ingekankerde achterdocht, het wantrouwen en het destructieve, zielloze materialisme, begrippen die stuk voor stuk inherent zijn aan een extreme vrijemarktwerking, terug te dringen en te vervangen door een liefdevolle, empathische grondhouding met name van de overheid. Overheidsbeleid dient mijn inziens meer te zijn dan louter en alleen economisch beleid. Het is de hoogste tijd dat de macht wordt ontnomen aan de economische elite die de politiek de laatste dertig jaar hebben misbruikt om hun eigen puur materialistische belang na te streven middels hun politieke zetbazen in de Tweede kamer. Groenlinks dient op twee fronten de strijd aan te gaan. Als eerste dient Groenlinks met uitgewerkte plannen te komen om de hegemonie van het rendementsdenken te doorbreken. Op de tweede plaats dient Groenlinks het broodnodige vertrouwen terug te brengen bij grote groepen in de samenleving. Groepen die zich steeds meer laten leiden door angst en boosheid. Vertrouwen in elkaar en vertrouwen in een liefdevolle en betrouwbare overheid zijn daarbij onontbeerlijk. Ik steun Jesse Klaver en Groenlinks in het streven om de samenleving rustiger, authentieker, betrouwbaarder en liefdevoller te maken. Want zo kan het niet langer

2 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized