Tagarchief: Niets

Samenvoeging van eitje en zaadje. Waarom bestaat de mens? Chaotische beschouwingen.

Zo vroeg en zo mooi!

Zonzilver.

Wat is in een mensenleven nu echt belangrijk?? Ik denk: Liefde, geborgenheid, erkenning, vertrouwen en empathie. Een willekeurige greep uit een mandje vol met positieve begrippen. Maar wat is een mensenleven? Het begint met een minuscuul klein dikkopje dat uit 25 miljoen andere dikkopjes uitverkoren is om het eitje te bevruchten. Het eitje gaat zich delen. Er ontstaat een rudimentair mens. Een foetus. Het leeft. Maar niet zelfstandig. Het is nog een onderdeel van de moeder. Het groeit en groeit en scheidt zich bij de geboorte van de moeder af en gaat zelfstandig verder. Dat is onze perceptie. Een individuele perceptie die door zeven miljard mensen wordt gedeeld. Bij de geboorte begint het zelfstandige leven. Leven gaat gepaard met biologische slijtage. Naar mate de tijd vordert begint de mens als organisch fenomeen steeds meer gebreken en slijtage te vertonen. Uiteindelijk gaat het organisme definitief kapot. Het wordt disfunctioneel. Het kan niet meer gemaakt worden. Het is dood. Het houdt op met zelfstandig te bestaan. Ook weer geheel volgens onze perceptie. Dus: niets – geboorte – leven – dood – niets. Een kringloop. Een rad van noodlot en voorzienigheid. Zoiets dus. Niets bijzonders. Vinden wij. Leven is dus de fase van individueel bewustzijn. De fase waarin de mens, als enige organisme op deze planeet, een gefinetuned zelfbewustzijn vertoont. Hij gaat over zichzelf nadenken. Hij leert. Hij kan keuzes maken. Hij kan handelingen uitstellen. En hij vraagt zich af waar hij vandaan komt. En waarom hij leeft. Hij vraagt zich af wat zijn leven betekent. Hij zoekt een doel. Hij zoekt naar de zin van het leven. Het is allemaal bij elkaar geharkte individuele perceptie. De werkelijkheid als resultante van de som van alle armzalige en uiterst beperkte individuele percepties. Het korte mensenleven steekt pover af bij wat alleen al in dit ruimtetijdcontinuüm aangetroffen wordt aan grootsheid, onvoorstelbaarheid en onbereikbaarheid. Het gefinetunede zelfbewustzijn voortgebracht door een uiterst complex biologisch organisme kan niet over zijn eigen schaduw heen springen. Natuurlijk zijn er op het terrein van de theologie voortdurend schreeuwers die opschepperig roeptoeteren dat zij het alfa en omega zijn. Dat zij bijna alle vragen over de menselijke hoedanigheid kunnen beantwoorden. Maar ik vind dat zo’n aanmatigende flauwekul. De werkelijkheid laat immers een totaal ander beeld zien. De som van alle individuen, de mensheid dus, is helemaal niet in staat om definitieve antwoorden te formuleren op existentiële vragen, om een waarachtige, op de wetenschappelijke methode gebaseerde, zingeving uit de zich aan mij voordoende werkelijkheid te extrapoleren. De gemiddelde mens in het hier en nu is niets anders dan een arrogante en zelfingenomen stoorzender. Een vernietiger van liefde, een veroorzaker van groot “lijden” en een schepper van chaos zonder oog te hebben voor de harmonie en de sereniteit van het geheel. Tussen geboorte en dood zwalkt de gemiddelde mens doelloos door het leven. Hij stelt zichzelf slechts zelden de juiste vragen en als hij toevallig een keer de juiste vragen stelt kan hij er niet de juiste antwoorden bij vinden. Hij ondergaat het leven als een eindeloze onderbewuste dwang om zich voort te planten en de soort in stand te houden. Een redeloze blinde voortplantingsdrang die, zonder dat hij het echt beseft, alle facetten van zijn leven doordesemt. Hij is steeds weer gedwongen om toe te geven aan de bevrediging van zijn vleselijke lusten en kan zich eigenlijk nooit helemaal los maken van zijn voortplantingsdrift. Hij zit vastgeketend aan de ijzeren wetten die verantwoordelijk zijn voor de adequate werking van de biologische machine die hij in feite is. Hem is het niet gegeven om een niet-mens te zijn. Om God te zijn en om op alle vragen een antwoord te weten. Dus verzint hij een god en laat hij deze god de antwoorden geven. Hij houdt zichzelf voor de gek. Arme stakker!! Ik kan geen antwoord geven op de vraag waarom de mens (IK) bestaat. De mens (IK) bestaat. Dat is mijn perceptie. De wereld (het “niet-IK”) bestaat. Dat is ook mijn perceptie. In mijn beleving vallen de wereld (het “niet-IK”) en de mens (IK) samen in een toestand die wij “werkelijkheid” noemen. Er is dus sprake van een schijnbare tegenstelling. Een schijnbare wisselwerking tussen het “IK” en het “niet-IK “.  Ik ervaar lustgevoelens en onlustgevoelens. De aanwezigheid van onlustgevoelens is chronisch (honger, geslachtsdrift, angst voor de dood). Ik probeer met behulp van bepaalde vaardigheden die onlustgevoelens te neutraliseren. Dat hele proces van neutraliseren schenkt mij lustgevoelens. De vaardigheden die mij ten dienste staan verkrijg ik door genetische overerving, door opvoeding en door invloed van mijn directe omgeving. Ik ervaar mijn “IK” als een bijzonder gecompliceerde biologische machine. Een machine met inherente eigenschappen zoals een zelfbewustzijn. Een zelfbewustzijn dat kon ontstaan uit de verdere evolutionaire ontwikkeling van mijn brein (vooral de neocortex). Een zelfbewustzijn dat zich uiteraard per definitie niet van zijn eigen perceptief vermogen kan loskoppelen. Liefde, geborgenheid, erkenning, vertrouwen en empathie zijn voor mij begrippen wier werking mij gerust stellen, troosten en aanmoedigen. Deze begrippen vormen de kern van mijn individuele universum, van mijn werkelijkheid. Zonder de werking van deze begrippen voel ik mij niet goed, ervaar ik gevoelens van onlust. Mijn individuele vaardigheden zullen er dus op gericht zijn om de werking van genoemde begrippen voortdurend te optimaliseren. Misschien is dat wel de reden dat ik besta. Om de werking van de door mij gedefinieerde Liefde te ervaren en te bevorderen. Niets meer, maar ook niets minder.

5 reacties

Opgeslagen onder Uncategorized